Hoe een ZX12-r een GS werd

We schrijven 20 September 2008.

nieuw uit de verpakking

Na ongeveer anderhalf jaar op een prachtige ZX12-R gereden te hebben kwam ik erachter (ik was net voor de zomer mee geweest op mijn allereerste buitenland uitje met de motor) dat “de 12” en ik qua rijgedrag niet echt vriendjes zouden gaan worden. Begrijp me niet verkeerd. De 12 is echt een fantastische machine. Vermogen in overvloed en dat is niet allen handig om de 300km/u te halen maar is ook zeer geschikt om lekker me te toeren. Hoogste versnelling, laag aantal toeren en je kan echt zalig van de omgeving genieten. Ja, nou, niet echt want ik had meestal al na een klein uur last van mijn schouders en vooral de polsen begonnen te protesteren. Jammer. Klassiek geval van een emotie-aankoop want dat zijn motoren toch. 80% emotie? Bij mij in ieder geval wel.

 

Klassiek geval van een emotie-aankoop

Op die eerste vakantie – we gingen naar Der Hollander, Andreasberg – was ik nog totaal onervaren met het rijden in de bergen kwamen. Ik zat dus al niet echt lekker. De rest ging al een raket de bochten in, ik meestal eruit. Bijna opnieuw leren motorrijden. Op een aantal punten in de route liet de weg het afweten – onverhard. Leuk dacht ik. Oh wacht. Ik heb een raket op wielen. Dat gaat niet echt samen, dat gaat alleen maar rechtdoor – op asfalt dan.

Op de motorbeurs van dat zelfde jaar was ik ook de motorbeurs in Utrecht. Een vriend van me zei, zelf net zijn rijbewijs – rijdend op een faser, “ga nou eens op zo’n GS zitten”. Ja dikke doei zeg. Ik ga niet op een BMW zitten. Ouwe lullen apparaten (maar god wat zagen ze er bruut uit). Daarna heeft het gezelschap waarmee ik op de beurs was een half uur naar me moeten zoeken. Ja. Ik zat daar prinsheerlijk op een R1150GSA. Niet meer vanaf te slaan. De zithouding en ik konden het gelijk vinden en deze mag vies worden.

“Hallo, ik wil graag een proefrit maken”

Mag goed – de motorvakantie ging voorbij, de zomervakantie ging voorbij en ja die GS bleef maar spoken door mijn hoofd. Op een mooie dag in September toch maar naar Molenaar Motors gereden. “Hallo, ik wil graag een proefrit maken”. Dat kan meneer. Ik nam plaats aan de tafel vergezeld met een bakkie koffie. Er zou een GS beneden klaar worden gezet. Spannend. Na enige minuten kwam er iemand naar boven dat de GS klaar stond. Er werden een paar dingen uitgelegd. Motor werd gestart en op mocht gaan zitten. Wow. Das hoog. Dat zit echt heel anders dan de 12 waarmee ik was komen aanrijden. Nu geen flater slaan en dat ding voor de deur laten afslaan. Jiffy in, koppeling in, naar z’n “een”, gas geven – rustig koppeling laten opkomen en daar rijden we. Gelijk al bij de rotonde was daar het gevoel dat dit ding stuurt als een mak lammetje. En ja hoor – daar was het “wow” gevoel. Verkocht. Geen weg meer terug.

Voor de laatste keer werden de ruim 200pk’s van de 4-inline gestart

Daarna ben ik nog een keer terug geweest voor een proefrit en heel misschien nog een derde keer – kan ik me niet meer herinneren maar op 20 september was het dan zo ver. Ik heb de Kawasaki nog een keer helemaal gewassen en vertroeteld en daar ging ik dan. Voor de laatste keer werden de ruim 200pk’s van de 4-inline gestart. Mijn pijn in mijn hart en licht vochtige ogen reed ik richting IJsselstein. Fiets netjes op de parkeerplaats gezet. Trap op. Ton een hand gegeven en krabbelen maar. De fiets zou pas op 1 januari 2009 op naam gezet worden. Ik zou toch niet meer gaan rijden dat jaar.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.